Niels Willemsen
De Barre Tocht

15/01/2013
Het was vroeg, misschien iets té vroeg voor deze vrije woensdagochtend, maar bovenal was het steenkoud. Vol goede moed waren wij op weg gegaan om onze missie tot een goed einde te kunnen brengen. Niet lang na het vertrek werd deze positieve insteek al op de proef gesteld. De eerste bevriezingsverschijnselen begonnen in te treden in de vorm van pijnlijke steken in vingers en tenen. Maar we moesten volhouden. Meer dan 250 huishoudens rekenden erop dat wij deze taak tot een goed einde konden brengen. Een grote verantwoordelijkheid rustte op onze schouders. Wij, uitgerekend wij, waren de uitverkorenen.
Om ons heen was het oogverblindend wit. Er was bijna geen andere kleur te onderscheiden. De eens zo vertrouwde, kleurrijke aarde leek te zijn veranderd in een bovennatuurlijk wit landschap. Zo perfect maagdelijk wit, dat het ergens deed denken aan een religieus ideaalbeeld van een hemel-achtige omgeving. Toen ik niet veel later een gestalte op mij af zag komen was mijn eerste gedachte dan ook: “Jezus!” Versteend door verwondering en verlamd door de ijzingwekkende kou kon ik niet anders dan blijven staan. Misschien kwam de heer mij wel meenemen om mij te verlossen uit deze barre lijdensweg. De gestalte kwam dichterbij, maar leek mij niet op te merken. Terwijl ik druk bezig was met reflecteren op mijn zonden en mij af te vragen of ik in de hemel een luxe suite met tv en gratis wifi zou krijgen, moest ik constateren dat de naderende gestalte verre van heilig was. Hij was inmiddels dichtbij genoeg gekomen om hem beter te kunnen aanschouwen. Als dit Jezus was, dan was dit de Limited Edition Sovjet-uitvoering van hem. Compleet met imposante, lange, bruine jas en enorme bontmuts. Hij liep statig, doch bad-ass langs me heen. Van onder zijn dikke snor, geheel in walrusmodel, hoorde ik een brommend “Morgûh.” Enigszins verrast begroette ik de Russische generaal alvorens ik mij realiseerde dat mijn barre tocht nog verre van voltooid was.
Daar gingen we weer. Hoewel we gestaag vorderden, bleef een brandende vraag constant door mijn hoofd galmen. “Waarom heb ik mij niet beter voorbereid? Waarom heb ik geen dikkere handschoenen gepakt?” Dit wordt nog eens mijn dood… Mijn gedachten kon ik na een tijdje niet meer op orde krijgen, beelden begonnen te vervagen. Het enige wat ik nog voelde was uitputting en pijn. Om mij heen bleef het wit. Niets anders dan uitgestrekte witheid. Na ruim een uur van afzien en beelden van licht en warmte aan het einde van een witte tunnel, drong het tot mij door dat het was gelukt. Het was voldaan! De lijdensweg zou hier ophouden. Eindelijk konden we huiswaarts keren.
Best zwaar nog, zo’n folderwijk.