Niels Willemsen
De Eerste Stagedag

19/02/2013
“Pfff… moet dit nou?” dacht ik terwijl ik met mijn slaperige hoofd de wekker uitdrukte. Het liefst was ik nog even blijven liggen, maar ik wist dat ik dan waarschijnlijk niet meer voor acht uur wakker zou worden. En dat kon ik natuurlijk niet verkopen op mijn nieuwe stageschool.
De eerste indruk is voor mij erg belangrijk. Dus voordat ik naar beneden ging moest ik zeker weten dat mijn haar perfect was, mijn gezicht keurig geschoren was en ik vrij was van onaangename geurtjes. Voor je het weet sta je bekend als Meester Warbol of Meester Zwoksel. Ook kon ik natuurlijk niet de deur uit zonder eerst gebruik te maken van een heel arsenaal aan mondhygiëneproducten. Het zou zonde zijn als ik les moest geven aan een klas waarvan de helft bewusteloos onder de tafels ligt.
Daar stond ik dan (veel te vroeg natuurlijk) kou te kleumen bij de bushalte. Had ik alles bij me? Zat mijn haar nog steeds goed? In mijn hoofd oefende ik het mezelf voorstellen aan de klas een keer of tien. Toen ik zeker wist dat het toch echt niet meer fout kon gaan, kwam de bus aanrijden.
Eenmaal aangekomen op school moest ik eerst behoorlijk wat handen schudden. Allemaal juffen die zich vrolijk voorstelden aan mij. Nog voordat ik hun hand had losgelaten was ik hun namen alweer vergeten. Mijn geheugen is wat dat betreft echt een zeef. Ook kreeg ik vaak de opmerking “Eindelijk een man voor de klas!” Daar keken ze dan bij alsof ik de eerste man was die ze ooit in hun leven waren tegengekomen.
Eenmaal in het lokaal aangekomen begon mijn mentor mij te vertellen hoe de dag zou gaan verlopen. Terwijl ze hiermee bezig was ging haar telefoon. “Hoi schat! … Hè kut, meen je dat nou?! … Ja, die heb ik per ongeluk in mijn tas gedaan toen ik de tomtom uit je auto haalde…. Kutzooi, dan moet ik maar even heen en weer rijden. Doei!” Ze viste een autosleutel uit haar tasje.
“Ik heb per ongeluk de autosleutels van mijn vriend meegenomen. Nu kan hij niet naar werk. Ik ga even naar huis. Start jij de klas even op, dan ben ik over een halfuurtje terug, ok?” Ik zei braaf dat het geen probleem was, maar alles in mij schreeuwde: “NEE! DAT IS NIET OK!!!” Wat moest ik nu in godsnaam doen? Binnen nu en een kwartier zat de klas vol met kinderen die ik niet ken. Ik weet niet wat het programma is, waar alles ligt, hoe iedereen heet.
En inderdaad. De eerste kinderen kwamen al snel binnen. “Wie ben jij, en waar is de juf?” “Hoi, ik ben jullie nieuwe meester, de juf komt iets later…” “Oh, jij bent de stageloper!” “Jep, ik ben de nieuwe stagiair”. Toen de klas eenmaal vol zat en ik alle ouders netjes een hand had geschud, was het tijd voor mijn vuurdoop. “Goedemorgen allemaal” begon ik. Terwijl ik dat zei zwiepte de deur open. De juf was weer terug. Thank god!