Niels Willemsen
Het Songfestival

14/05/2013
Jaar in, jaar uit riep ik telkens uit pure wanhoop het volgende uit: “Waarom sturen ze niet gewoon Anouk naar het songfestival? Dat is tenminste een goede zangeres!” Je zult begrijpen dat ik dan ook een gat in de lucht sprong toen bleek dat mijn gebeden waren verhoord. Dat heerlijke gevoel van euforie duurde echter maar tot aan het moment dat ik het songfestivalnummer van Anouk voor het eerst hoorde.
Anouk, dé überstoere rockchick van de Lage Landen met enorme internationale hits, komt werkelijk waar met het sloomste en meest depressieve nummer dat ik ooit heb gehoord op de proppen. Vroeger danste ik mijn hele kamer door op nummers als Girl en Nobody’s Wife, maar met Birds moet ik echt inhouden om niet overmeesterd te worden door suïcidale gedachten.
Het nummer zal muzikaal vast goed in elkaar zitten en van hoog niveau zijn, daar twijfel ik heus niet aan. Maar ik word er gewoon zo somber van. En ik vind het vooral een gemiste kans. Anouk hoort, ondersteund door jankende gitaren en keiharde drums, over het podium te rocken. Dat zou eindelijk eens een stoere opfrisser zijn voor het Nederlands songfestival oeuvre.
En geloof me, dat is hard nodig. De inzendingen van de afgelopen, pak hem beet, vijf jaar zijn nou niet echt om over naar huis te schrijven. Tenenkrommend heb ik zitten toekijken hoe wij ons lieten vertegenwoordigen door een stel meiden die complete wartaal uitkraamden, beter bekend als Treble. Twee jaar later kregen we de Toppers, die het “songfestivals-zijn-voor-homo’s-cliché” nog eens even goed wisten te versterken. Daarna kwam het absolute dieptepunt in de vorm van Sieneke, gevolgd door de Drie Nee’s en een labiele indiaan. We zijn onderhand het lachertje van de Europese muziekcultuur geworden.
Waar is de tijd gebleven dat wij nog triomfantelijke overwinningen in de wacht sleepten? Dat is sinds het eerste songfestival in 1956 overigens slechts vier maal gelukt. De laatste keer was in 1975 toen Teach-in met het nummer Ding-a-dong de eerste plaats wist te veroveren. Ze werden voorgegaan door Lenny Kuhr, Teddy Scholten en Corry Brokken. Zij kwamen zo’n vijftig jaar geleden volgens de Europeanen met de allerbeste nummers. Maar ik denk dat zij vandaag de dag niet eens meer door de voorrondes zouden komen.
Muzikaliteit wordt tegenwoordig niet meer gewaardeerd in het songfestival. Het gaat om spectaculaire shows en vriendjespolitiek. Vroeger kon je stilstaand, op een leeg podium, begeleid door enkel een gitaar, prima winnen. Nu maak je alleen nog kans als je ondersteboven hangend in een showdecor, omringt door vuurspuwers, je liedje ten gehore brengt terwijl je bekogeld wordt met messen en je management geld toespeelt aan de stemmende landen.
Ik kan alleen maar hopen dat het songfestival geen smet wordt op het imago van onze rockgodin. Hoewel ik hoop hou dat we dit jaar eindelijk wel weer eens de finale halen, ga ik stiekem toch weer uit van een teleurstelling. Maar misschien zit ik er wel volkomen naast en is Anouk zowaar een enorme kanshebber. We zullen het vanavond gauw genoeg merken.